Bert op reis in Birma

Op weg naar Bagan

Om 05.30 opstaan en wakker worden met het zenuwachtige gevoel wat ik vroeger had als ik op schoolreis ging. Vandaag naar Bagan, één van de belangrijkste redenen om naar Birma te gaan. Hoe zal het zijn, zal het niet tegenvallen. Vaak kunnen verwachtingen uitmonden in teleurstelling, omdat de werkelijkheid niet aan deze verwachting voldoet. Ik ga “open” naar Bagan, maar stilletjes hoop ik dat het nog dezelfde sereniteit en mystieke sfeer heeft als 25 jaar geleden. Daarover later. Eerst op weg naar Bagan. Na Mandalay gingen wij een nieuwe vierbaans snelweg op die van Mandalay naar Yangon gaat. Dit is een prestige object van de “bevelhebbers” in Birma, zij willen meegaan in de vaart der volkeren. Helaas is dit een uit de hand gelopen hobby. Naast de weg zijn nog eens vier banen vrijgemaakt om het uiteindelijk tot een achtbaans snelweg te maken. Helaas is het gemotoriseerde verkeer in Birma van dien aard dat wij op de 150 kilometer snelweg die wij reden, slechts drie auto’s zijn tegenkomen en vijf bromfietsen. In ieder geval geen last van files of opstoppingen in het verkeer.In zijn streven naar zetelwinst heeft onzeminister president Rutte de snelheid op de snelwegen verhoogd naar 130 kilometer. Hier is gekozen voor een milieubewuste snelheid van 100 kilometer, terwijl er maar een paar auto’s gebruik van de weg maken. De wereld kent rare kostgangers. Na 150 kilometer gingen wij van de snelweg af en reden het savanne landschap binnen wat steeds meer het karakter van een woestijnlandschap begon te krijgen. Opnieuw een smalle weg, met de breedte van één auto, kaarsrecht en dan weer slingerend voorziet de weg het landschap van enige tekening. Verder kleine bosschages, acaciabomen en vooral veel geel en rood zand. De dorpen onderweg waren stoffig door het zand, bij een lokale markt zijn wij weer gestopt en gekeken welke producten hier worden aangeboden. Het was vooral een groet, kip en vis markt. Sferen van eeuwen geleden, vooral omdat op de achtergrond een pagodes stond uit de 12deeeuw. Dit is voor de mensen heel gewoon, net zo gewoon als wij buren hebben. Dit zijn fotogenieke plekken en dat kost mij weer een rolletje. Op het laatste deel van de weg naar Bagan overheerste de droogte en uiteindelijk kwamen wij in Bagan aan. Wat mij onmiddellijk opviel was de met asfalt geplaveide wegen. Uiteraard blijven niet alle wegen zandwegen, hoe mooi zij ook in het landschap passen. Wel passeerden wij al vele wonderschone pagodes en een opwindend gevoel maakte zich van mij meester. Het liefst wilde ik gelijk het veld inrijden en om mij tussen de pagodes te zwerven. Eerst nog ons hotel bekijken. Dat gaf nogal wat problemen. Hier had duidelijk het toerisme de regie, de prijzen werden gelijk hoog ingezet en na onderhandelen, wat een heel chagrijnige eigenaar opleverde, kwamen wij een prijs overeen. Uiteindelijk beviel de kamer niet, te weinig daglicht en degene die mij kennen weten dat dit niet bepaald favoriete kamers voor mij zijn. Weer verkast en nu een prima kamer voor $ 11.—pp. Om 17.00 uur naar het met 2500 pagodes bezaaide landschap gegaan. Naar een redelijk grote gereden om daar van de sunset te genieten. Op de bovenste ring waren meerdere toeristen en ik ben toen een rang lager gegaan en was daar als enige. Carl was inmiddels naar beneden gegaan en was in een stoel voor de pagode gaan zitten. Ieder pakt zijn moment, ik zat stil boven en weer maakte de stilte, af en toe onderbroken door het gezang van vogels, een enorme indruk op mij. Ik zat daar stil te genieten van alle stupa’s ofwel pagodes in het landschap, zover als het oog reikt en beschenen door het licht van een ondergaande zon. Dan is er ontroering en probeer het dan maar ens droog te houden. Hoewel de omgeving is veranderd door de toename van toerisme, is de sfeer gelukkig nog steeds hetzelfde. Altijd verbaas ik mij over het feit dat ik in een landschap sta, dat sinds de elfde eeuw weinig is veranderd. Uiteindelijk zijn er van de 5000 pagodes nog maar 2500 over maar de contouren zijn hetzelfde en ook enkele pagodes zijn uit de elfde eeuw en andere zijn gebouwd tussen de 11deen 13deeeuw. Uiteraard zijn er restauratie geweest, vooral na een aantal grote aardbevingen, zijn er veel verwoest en zijn anderen weer opnieuw opgebouwd. Voldaan en naar het hotel gegaan, waar zich s’ avonds nog een comedia d ‘arte afspeelde. De stroom was uitgevallen en dat is met een temperatuur van 36 graden erg onplezierig. De eigenaar of oppasser reageerde laconiek en vertelde dat het de schuld van de overheid was. Die verminderde de stroomtoevoer als het stroomverbruik te hoog wordt. Hij viel steeds terug op “de overheid”, met gevolg dat er langzaam stoom uit Carl zijn oren kwam. Steeds luider riep hij “we don’t pay”, als er geen airco komt. Laconiek reageerde de man, dan ga je maar weg. Hebben jullie de koeler weg aangezet, dat is geen airco maar een rechtopstaande ventilator waar koele lucht uitkomt. Wij keken met zoveel verbazing de man aan, dat hij onmiddellijk opdracht gaf om bij ons dat ding aan te zetten. Inderdaad bleek het prima te werken en toen even later de Airco weer aanging hebben wij de man bedankt voor zoveel magische kracht, dat hij in staat was om “de overheid”te dwingen om hem weer elektriciteit te geven. Met veel gelach namen wij weer afscheid en hebben verder prima geslapen. Morgen om 06.00 uur weer op pad om van de sunrise te genieten en verder het landschap met al zijn pagodes te verkennen. So far so good. Ik heb nog hetzelfde heerlijke gevoel als 25 jaar geleden en tijd is een relatief begrip. Wij begrijpen dat Hans in retraite is gegaan na onze indringende vraag, maar wij wachten nog steeds in spanning zijn antwoord af.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!